|
|
|
|||||
De beslissing is al gevallen: we willen graag een nieuwe hond! Na Caillou, die we uit het asiel haalden en die bijna zes jaar bij ons was, de boel bewaakte, waar we liefde, ontspanning en beweging van kregen, moesten we even bijkomen. Eigenlijk wachtten we onuitgesproken op het toevalssignaal en hoe de vrijheid ons zou bevallen, of er wel of niet nog een hond zou komen. De afgelopen 9 maanden hebben we de voor- en nadelen van het hebben van een hond diverse malen gewogen en gekeerd en steeds bleek dat er voor beide opties iets te zeggen viel. Daar was aan de ene kant de grote vrijheid van bewegen, het niet naar huis hoeven voor de hond, ergens te kunnen blijven hangen of eten, minder te organiseren als je op reis gaat, lekker lui 's morgens je gang kunnen gaan en geen geblaf waar je soms dol van werd. Maar ook geen ziekte, zorg en narigheid te verwachten, waardoor je overijld met het dier naar de dierenarts moest, in twee woorden gezegd: meer rust! Aan de andere kant misten we meteen al 'De Bewaking'. Drie weken na het overlijden van Caillou werden hier de nodige spullen weg gejat en dat gevoel was nog erger dan de financiële schade. Mijn vertrouwen in de goedheid van de mensen hier had een flinke knauw gekregen, waardoor ik, als er iets kwijt was, meteen dacht dat het wel weer gepikt zou zijn. En dat gedrag past helemaal niet bij me, ik hou niet van wantrouwen, niet bij mezelf maar ook niet bij anderen. Toen kwam het gemis aan beweging. En ik miste het verloop der seizoenen, dat ik bij mijn wandelingetjes met de hond altijd zo intens kon volgen in de natuur om me heen. Lekker even met de hond erop uit trekken, even los van huis en haard, soms man mee en samen genieten van dit zo schone land. Het leegwaaien, ineens beseffen dat je ongemerkt loopt te glimlachen omdat je je opnieuw gekozen leven in dit milde klimaat zo mooi vindt. Dan het geblaf, waar vooral Henri wat slecht tegen kon. Maar God, wat miste ik Caillou als ik de herder aan de overkant van de rivier hoorde blaffen! En goed, we werden er weleens dol van als hij in een over-waakse lucide bui naar elke bekende buur stond te woefen van: 'wat ben ik goed hé'... maar elke gek heeft z'n gebrek en elke nieuwe hond zal ook wel wat hebben. En toen kwamen we dus op weg naar NL bij Rika met haar toch wat angstaanjagende, mastif-achtige Bordeauxdog, welk ras wij totaal niet kenden. Eerst geloofden we haar niet toen ze zei dat er een heel zachtaardig karakter onder dat macho uiterlijk zit, maar dat ontdekten we zelf in die twee dagen. Wat ons het meest aansprak was dat het zo'n rustige waker was, weinig geblaf en toch werd alles in de gaten gehouden. En als je hem voor je hebt dan bedenk je je wel 10 keer, voordat je hem passeert. Dus hebben we besloten dat we graag een puppy willen van Bea, toen de zwangerschap werd afgekondigd. Henk wil liefst een reu, maar mij maakt het niet uit, alhoewel... reuen kunnen wel heel groot worden. De vader van Bea (zelf maar 40 kg) weegt 90 kg en de vader van de pups 85! Vorige week wilde Rika weten of we al een naam wisten. Nou, toevallig waren Henri en ik daar de avond tevoren over aan het brainstormen geweest en op de een of andere manier was daar Médoc uitgekomen. Klinkt gewoon lekker als roepnaam, plus een aardig verhaaltje hoe we over deze naam hebben gebrainstormd. Médoc, een lekkere Bordeauxwijn, behoeft geen uitleg. Dan heb je nog Bordeauxrood als kleur, en de hondensoort is rood. Dan het belangrijkste: het '-doc' klinkt als onze streek Le Pays d'Oc en komt daar ook vast vandaan. Om goed voorbereid te zijn ben ik me de laatste tijd blind aan het informeren over het ras en al zijn eigenaardigheden. Websites te over. Prettig is dat het een echte gezinshond is die goed met kinderen overweg kan en dat hij alleen blaft als het echt nodig is, dus dan moet je wel even gaan kijken wat er aan de hand is. De bedoeling is dat hij een 'buitenhond' wordt. We gaan het hele terrein afzetten met doorzichtig groen gaas, tot ongeveer de vierde bomenrij in het bos. Hij krijgt een groot hok met afdak, zodat hij niet in de garage opgesloten hoeft te worden en dus altijd zijn werk (en behoefte!) kan doen. Op die manier hebben wij ook wat meer vrijheid als het ergens wat later wordt - omdat het leven zo leuk is. Maar eerst dat eerste puppyjaar doorkomen, goed opvoeden en er een evenwichtige hond van maken. En wat dat eventuele kwijlen betreft, dat is helemaal niet nodig. Als je maar niets tussendoor voert en hem bij je eigen maaltijden vandaan houdt. Pups vader en moeder zijn geen kwijlers, dus moet dat gaan lukken. Vorige week heb ik de Santjes (mijn buurtjes) alvast ingelicht dat we weer een hond gaan krijgen. Sandrine is maar 1 meter 45 en weegt misschien de helft van wat ooit onze hond zal wegen. Het heeft jaren geduurd voordat ze niet bang meer was van Caillou, dus voor een goede relatie is het belangrijk dat ze daar allemaal in het vroegste stadium met de hond opgroeien, bedacht ik. Tot mijn grote verbazing waren moeder en dochtertje Sirima heel enthousiast, dus dat gaat allemaal wel goed komen. Wie geinteresseerd is kan op http://beabordeauxdog.blogspot.com/ en op http://bordeauxdog.vinddirect.nl/ de vader en moeder bekijken van onze toekomstige Médoc, en hier http://www.hondenplaza.nl/page/rasbordeaux.php weten wat er voor ons in het vat zit. Elk zinnig commentaar is welkom. |
|||||||